“No one puts Baby in the corner!”

Als sinds mijn tiende (gokje) ben ik een onwijze fan van de film Dirty Dancing. Het verhaal, de dansen, de muziek, alles vind ik geweldig aan deze film! Wanneer ‘ie op TV is, zit ik gekluisterd aan de buis. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat ik mij gisteren rond 20:00u in het Beatrix Theater bevond, op mooie plaatsen om de gehele film op z’n musicals te bekijken. Ik keek er erg naar uit en had ook hoge verwachtingen. Bovendien vond ik het heerlijk om mijn vriendinnen te informeren over hoe het allemaal werkt tijdens zo’n voorstelling, herinneringen op te halen tijdens mijn eigen tourtjes (Bluesbrothers!) en natuurlijk de volgspotters weer eens af te kraken, omdat ik het zelf altijd veel beter kan 😉

dirtydancing1

Het begin van de voorstelling flitste voorbij. Zo snel, dat ik het bijna niet kon bijhouden (en aan de reacties van mijn omgeving te merken, was ik niet de enige). Ik snap het ook wel, het is een hele lange film, die in een krappe 1,5 uur gepropt moet worden en het eerste deel is heel belangrijk voor de rest van het verhaal, maar het had van mij iets vloeiender gemogen.

Na een minuut of 10/15 kwam er wat rust in de tent. Het verhaal werd wat vertraagd en dit maakte het wel wat aangenamer om naar te kijken. Hier en daar slopen er kleine grapjes in, er werd weinig gezongen en veel gedanst, het acteerwerk was op zich niet hoogstaand, maar kon er mee door, de timing van de dansen was echt geweldig en het decor was zeer hoogstaand en maakte het hele plaatje een perfect geheel.

Vooral naar dat laatste was ik heel benieuwd. Ik was echt benieuwd hoe ze bepaalde ‘problemen’ zouden oplossen. En ik werd verwend! Een ronddraaiend podium, bestaande uit verschillende, los van elkaar bewegende, onderdelen, die elk hun eigen functie hadden. Schitterend hoe soepel het liep en hoe goed het gebruikt werd. Alles kwam naar voren; het balanceren op de boomstam in het bos, het oefenen van de Lift in het korenveld en het water, het oefenen van de pasjes op het bruggetje, trapjes, de verschillende ruimtes waar het verhaal zich allemaal afspeelt. Overal was aan gedacht en uit alle hoeken en gaten kwamen stukken decor gezakt, opgestegen, gevlogen en verschoven. Er werd veel gebruik gemaakt van projecties, gaasdoeken en Gobo’s (projecties uit spots die overal hangen). Acteurs en een enkele techneutbijrol (vermoed ik) zorgden er netjes voor dat alle rekwisieten op en af gingen en iedereen zat duidelijk in zijn rol. Een heel mooi totaalplaatje.

Waar ik mij alleen mateloos aan irriteerde, en dat zal wel door mijn achtergrond komen, waren de volgspotters…Vooral de rechter bakte er helemaal niets van. Constant naast ‘schieten’ (je hebt verdorie toch een viziertje?? Anders maak ik die wel even voor je…), hakkelend volgen (gewoon los houden die spot, niet telkens vastzetten, dat is niet handig in zo’n bewegelijke show) en het meest irritante…de top van de hoofden in het donker laten…*zucht* dat was zo jammer. En als ik dat eenmaal gezien heb, dan blijf ik het zien…Gelukkig heeft het niet de voorstelling gebroken, maar een goede volgspotter is wel erg belangrijk en geeft net even die finishing touch.

De volgspotters heb ik van me af kunnen zetten en al met al, was het wel een fantastische show! En echt hoor, aan het einde werd ik echt een muts…want met een brok in mijn keel zit ik naar die onwijs gave slotdans te kijken en telkens weer wordt ik helemaal blij van Baby, die het voor elkaar krijgt om de Lift te doen!

dirtydancing2

and….GO!

Om maar met de deur in huis te vallen: ik mag afstuderen!

Vandaag had ik mijn V2 Assessment. Een soort proef van bekwaamheid voor de afstudeerfase. Normaal neemt de opleiding dit af aan het einde van het derde jaar, maar omdat ik dan in Zweden zit (en andere studenten in andere landen), moest ik er deze week al aan geloven.

De opdracht voor het V2 assessment is een sollicitatie bij een fictief bedrijf. Het bedrijf heet Anomas en is een beursgenoteerde uitgeverij van tijdschriften. Omdat interactieve media heel erg aan het opkomen is, willen ze een team samenstellen van jonge, beginnende IAM-professionals, om de toekomst van Anomas in goede banen te laten leiden. De leidende draad van het verhaal is, de digitalisering van tijdschriften. Hoe moeten ze dit aanpakken en waar moet op gelet worden? Er wordt een aparte Interactieve Media b.v. opgericht om dit proces in goede banen te leiden. Er zijn in totaal 11 functies te vervullen en het was aan ons, de V2 studenten, om een passende uit te zoeken en hierop te solliciteren. Vorige week heb ik de eerste stappen ondernomen en mijn sollicitatiebrief en CV ingeleverd.

Afgelopen week heb ik mijn portfolio geupdate, mijzelf ingelezen en voorbereid op het gesprek. Ik wist al wat ik ongeveer kon verwachten, aangezien ik in de week voor de herfstvakantie een assessmenttraining heb gehad. In deze training kreeg ik tips en tricks om het gesprek goed door te komen.

En het gesprek bén ik goed doorgekomen! Ik heb een mooie G gehaald (in schaal van 1 op 10 is dat ongeveer een 8)! Het was een heel relaxt gesprek. Eigenlijk ontbraken alleen de thee en koekjes nog. Ik heb verschillende kanten moeten laten zien. Ik moest uitleggen wat de opleiding inhield, hoe ik mijzelf in het vakgebied zag, of ik leiding kon geven en hoe ik de toekomst van digitale tijdschriften zag. Op alle vragen kon ik goed antwoord geven. Toen zij een aarzeling hoorde in mijn antwoord op de vraag of ik het zag zitten om leiding te geven aan een groep trainees, kon ik met gemak ook nog uitleggen waar de aarzeling vandaan kwam. Kennelijk was het antwoord naar tevredenheid, want er werd uitgebreid geknikt en aangemoedigd dat ook ik nog begeleid zou worden in de functie. Een goed gesprek met een goeie afloop dus!

Tijdens het gesprek zat ik mezelf eigenlijk te verbazen over hoe goed ik wist wat ik allemaal kon en waar mijn sterke punten liggen. Waarom verbazen? Omdat ik het altijd erg moeilijk vind om aan te geven wat ik goed kan. Ik denk namelijk altijd dat ik niets kan, maar blijkbaar hou ik mezelf gewoon voor de gek.

Zonder jou zal de wereld anders draaien…

mmdwddHet klinkt alsof ik afscheid heb moeten nemen van een dierbaar iemand. Nou is het niet zo dramatisch, maar ik heb wel afscheid moeten nemen van iemand…Vandaag hoorde ik bij de Wereld Draait Door dat volgende week vrijdag de laatste keer is dat Marc-Marie Huijbregts de tafelheer van Matthijs van Nieuwkerk is. Nooit meer die hoge piepstem, nooit meer die scherpe vragen, nooit meer die aanstekelijke lach…Ik vind het serieus jammer dat hij stopt. Hij was echt mijn klokkenluider van het weekend. Geen vrijdagavond half acht zal meer hetzelfde zijn…

Nou ken ik De Wereld Draait Door al vanaf het begin. Toen het format bedacht is en er proefuitzendingen samengesteld werden, werkte ik bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Het was een veelbelovend programma wat elke dag te zien zou zijn en scherp op de actualiteit in zou gaan. Daarnaast zouden er Kopspijker-achtige fragmenten te zien zijn en dit kon gaan van kleine interviews met bijzondere mensen tot aan de mislukte TV-fragmenten. Ik zag er wel wat in.beng1

Toen het programma gelanceerd werd, ik meen begin oktober 2005, bleek dat wij, als archiefmedewerkers van Beeld en Geluid, onze handen vol zouden hebben aan dit programma. Na een half jaar liep het papierwerk zó erg achter, dat we besloten één contactpersoon aan te wijzen voor dit programma. Ik was de gelukkige en daar was ik stiekem best trots op. Ik kon zeggen dat DWDD (míjn afkorting!) mijn programma was op mijn werk. Iedereen die er vragen over had kwam naar mij toe en ik loste altijd alle problemen op. Bovendien kon ik het erg goed vinden met de productie- en redactiemedewerkers. Dit werkt toch wel erg leuk.

Zo herinner ik me nog een keer dat we een email hadden gekregen van Eef Pelkmans, één van mijn contactpersonen bij DWDD, dat hij videobanden kwam bekijken voor de uitzending (voor insiders; het bekende viewen). Ik had hem nog nooit gezien, alleen gehoord. En je gaat zo iemand dan inbeelden. Hoe zou hij er uit zien? Een oude knar? Een jonge god? We konden altijd erg lachen met elkaar. Stiekem vond ik het wel interessant. Zag hij er precies zo uit als ik dacht? Of compleet anders?

De desbetreffende ochtend; bakkie koffie, stickertjes plakken op wat bandjes, gegevens invoeren in het systeem en ondertussen het gelul aanhoren van Giel Beelen. Niets bijzonders. De eerste klant stond er al vroeg en eerlijk gezegd stoorde hij mij in mijn ochtendritueel. Ik had zeker nog 28 minuten voor we open gingen, dwdd1maar klantvriendelijk is mijn tweede naam, dus met een lachend gezicht vraag ik de man wat ik voor hem kan doen. “Ik kom wat bandjes viewen…” Okee…je bent wat vroeg, maar hee, nou we er toch zijn…Be my guest, dacht ik. “Op welke naam staat het, als ik vragen mag?” De man begint zachtjes te lachen. Ik snap er niets van, was het dan zo’n rare vraag? Weet meneer wel hóeveel tapes er dagelijks worden geviewed? Alsof ik dat allemaal uit m’n hoofd weet! De meneer kijkt me aan en spreekt “Hai, ik ben Eef…je weet wel, van De Wereld Draait Door, en dan ben jij denk ik Wendy?” Ik weet niet HOE ik eruit heb gezien, maar ik weet wel dat Eef het bijzonder grappig vond allemaal. Hij was helemáál niet zo als ik gedacht had…En spontaan kon ik me ook niet meer herinneren hoe hij in mijn hoofd verschenen was. Het maakte ook allemaal niet meer uit, we hebben even de handen geschud en met een tevreden gezicht liep hij weg met zijn mandje met tapes. Mijn toenmalige collega nam later zijn tapes in. “Weet je wie dat is?” vroeg ik aan mijn collega. Een zacht ge-hmm en een dromerig hoofd draaide zich van mij naar Eef. Ik stelde ze aan elkaar voor en het eerste wat mijn collega uit wist te brengen is “Aah Pelkdude!”. Met zijn drieën hebben we daar nog lang om gelachen. De eerste keer dat ik Eef weer aan de telefoon had was de grap “of moet ik zeggen Pelkdude” snel gemaakt. Mooie tijden waren dat.

Maar goed, het ging om Marc-Marie. Hij stopt dus…had ik al gezegd dat ik het jammer vond? Nou bij deze, ik mis je nu al! 🙁 Wanneer je volgend theaterseizoen weer een show draait, dan zit ik op de voorste rij! Genieten van je aanstekelijke lach. Genieten van je grapjes. Genieten van je hoge piep, maar oh zo geweldige stem – wanneer hij een lied zingt krijg je kippenvel…echt prachtig! Ik kan me er nu al op verheugen.

Zijn er tot die tijd vrijwilligers die nu mijn weekend willen inluiden?

Verweg komt steeds dichterbij…

Om maar even mijn studieontwijkend gedrag voort te zetten, nu een update over mijn avontuur in Zweden!

Inmiddels is mijn kamer daar geregeld, de OV-vergoeding is aangevraagd, het vliegticket is geboekt en van de week heb ik een stapel papieren gekregen, wat mij vertelt dat ik ook daadwerkelijk verwelkomd zal worden op de Mittuniversitetet Sundsvall!


Grotere kaart weergeven
Hier zal ik mij vanaf 15 januari bevinden!

Mensen, ik heb er zin in! Stiekem komt er ook al een gevoel van zenuwen naar boven bij de gedachte een half jaar ver weg te zitten. Het zal me goed doen. Ik ben toe aan verandering, aan avontuur, maar toch he…het idee dat ik daar zit en de mensen die me dierbaar zijn helemaal hier… Ik ga de boekjes straks maar eens goed doorkijken, dan zie ik waarschijnlijk dat ik weinig tijd heb om me druk te maken. Gelukkig maar!

Ik heb echt het gevoel nog honderdduizend dingen te moeten regelen…maar eigenlijk is het alleen nog maar mijn verzekering en een manier om een tas te pakken voor een half jaar (en die dan minder dan 20 kilo te laten wegen…er wordt veel van me gevraagd, vind ik). Ik woon trouwens bij twee Zweedse meisjes in en ben ik omsingeld door studiegenoten van de HvA, die allemaal in hetzelfde gebouw wonen! Als dat geen feest wordt!

Ik moet nu meteen denken aan een paar jaar geleden. Ik had mij toen opgegeven voor het Oerolfestival (2003). Ik zou er in mijn eentje heengaan. Ik hoorde maar niets en eigenlijk vond ik dat wel prima. Thuisblijven was namelijk ook wel een fijne gedachte. Tot ik een brief kreeg dat alles geregeld was en ik op 12 juni 2003 verwacht werd op de camping de Appelhof. Ja, de zuip en seks camping van Terschelling, waar je, met je iglootje, tussen de kastelen van lege bierkratten staat… Op díe camping moest ik elf dagen en tien nachten lang in mijn tentje vertoeven. Ik zag het helemaal niet zitten. Ik ben, na enig aandringen van mijn moeder, toch gegaan en het was geweldig! Zo leuk! Ik was helemaal niet alleen, maar maakte alleen maar nieuwe vrienden! Eilandbewoners herkende mij gewoon en ik had zelfs een gevoel van thuis zijn (okee, dat komt doordat ik daar al praktisch mijn hele leven elk jaar trouw kom…) En die camping? Ach dat was helemaal niet zo erg. Tijdens het Oerolfestival staan daar namelijk hele gewone mensen! Het was echt geweldig leuk en heeft mijn angst voor verandering best wel af doen nemen!

Moraal van het verhaal: het komt wel goed schatje 😉

Elf Yourself!

Okee, ik kende het concept al van vorig jaar, maar dit jaar heeft mijn grote studievriend Martijn er eentje van ons gemaakt! We worden er niet knapper op, maar ach, dan schrik je niet zo als je ons in het echt tegenkomt 😉

Thanks for making my day, Marty!