Ik vermoed dat mijn familie momenteel aan het natafelen is, of misschien net thuis is. Vandaag is het zowel de verjaardag als de sterfdag van mijn oma. En elk jaar gaan we met zijn allen uit eten om hier even bij stil te staan. De eerste jaren “betaalde” oma nog, maar tegenwoordig hebben we het er gewoon in gelaten om even met zijn allen samen te zijn. We proosten ook altijd even op oma. Het is alweer zo lang geleden! 9 jaar geleden werd er kanker bij mijn oma geconstateerd en het was al in zo’n vergevorderd stadium dat het niet meer te genezen was. Zo sterk als mijn oma was, ze ging gewoon verder met het leven. Een kort bezoek op Terschelling om alles even te overdenken en volgens mij heeft ze in dat weekend besloten dat ze minimaal alles nog één keer wilde doen. Want alles nog één keer, dat is gebeurd; alle feestdagen, verjaardagen, kopjes koffie bij de Waag, de bezoekjes aan de supermarkt, de maaltijden bij verschillende familieleden en helaas ook de bezoeken aan het Antonie van Leeuwenhoek. Alles is nog éénmaal voorbij gekomen. En hoe gek het ook klinkt, maar ik, en ik denk eigenlijk iedereen wel, genoot van alle dingen. Van het kopje koffie ‘s middags tot aan de lachkick op haar laatste Sinterklaas. Op haar verjaardag vond ze het wel mooi geweest. Nog even een feestsigaret roken, rustig gaan liggen en toen ging langzaam het licht uit. Heel vredig en ontspannen. Ik vermoed zelf dat ik het moment onbewust heb meegemaakt (ik was er niet bij, omdat ik de volgende dag stage moest lopen).
Het was een gekke dag. We kwamen als familie bij elkaar in het huis van mijn oma om even samen te zijn en alles eens even door te nemen. Ik zie mijn nichtje en neefjes nog binnenkomen. Ze kijken of oma niet ergens onder de tafel, op de bank of in de slaapkamer was. Toen ze er van overtuigd waren dat ze er echt niet was, zijn ze maar kettingen gaan verdelen. Mijn oma had wel 400 kettingen. Altijd vies, want ja ze had kleinkinderen, dus ze kon er niets aan doen! Iedereen kreeg één of meerdere kettingen van de kleintjes. De sfeer was gemoedelijk. We grapten wat, we praatten wat, we aten lekker bij oma op de bank. Eigenlijk hebben we alles geregeld vanuit dit huis. En wat een werk was dat zeg! Ik heb soms met open mond staan kijken, als ik er al bij was.
Wat ik me nog goed kan herinneren, is het gesprek met de dominee. Hij kende mijn oma erg goed en ging ook spreken op de begrafenis. Hij vroeg aan mij of ik ook iets wilde zeggen, maar dat vond ik te eng. Wel zou ik een kaars gaan branden terwijl mijn tante een verhaal zou vertellen. Ook dat vond ik eigenlijk helemaal niets, maar ik werd aangemoedigd en besloot dit toch te doen. Ter plekke zouden we vragen of mijn broertje, nichtje en neefjes er ook bij zouden komen staan.
De dag van de begrafenis was heel gek. We zouden van het mortuarium, via haar huis, naar de Noorder Begraafplaats rijden. Het weer was vreemd. Het had gigantisch gesneeuwd en stilletjes vonden we dit allemaal geen toeval, aangezien mijn oma gek was op sneeuw. We zouden langs haar huis rijden, bij wijze van afscheid, en passeerden bij toeval ook nog haar vorige huis. Een leuk extraatje.
Bij de begraafplaats aangekomen stonden er mensen. Veel mensen. Ontzettend veel mensen. Zóveel mensen dat de locatie eigenlijk te klein was en er veel mensen buiten moesten staan. De verhalen over mijn oma waren prachtig. Precies zoals ze was. Precies zoals ik haar heb gekend. Toen mijn moment was aangebroken zakte de moed me ver in mijn schoenen kan ik je vertellen. Zo dicht bij zo’n kist staan, nee dat is niet aan mij besteed. Ik zag, in mijn loopje er naar toe, mezelf al struikelen en dat de kist om zou vallen met alle gevolgen van dien… Dit gebeurde gelukkig niet en alles verliep eigenlijk hele soepel. Niemand wilde met mij mee. M’n broertje niet, m’n nichtje niet, mijn neefjes niet, op één na. Degene van wie ik het eigenlijk het minst had verwacht, stond ineens naast me. Alleen maar te staan en meer niet. En meer hoefde ook niet. Ik stond er nu niet alleen en ook al was het kereltje pas zes of zeven jaar, hij gaf me een rustig gevoel. De kaars stond op de kist en ging zelfs in één keer aan. Een mooi symbolisch gebaar, al zeg ik het zelf.
Tijdens de wandeling naar het graf lag de begraafplaats er prachtig bij. Een witte deken bedekte de graven en in de verte zagen we een tak van een boom vallen, die zorgde voor een prachtige “sneeuwbui”. We zouden langs het graf van opa lopen, maar dit werd een onmogelijke taak omdat eigenlijk niemand meer wist waar hij nou lag en ook wilden we het witte landschap niet verpesten. Dat we even bij hem hadden stilgestaan was voor iedereen eigenlijk genoeg. Ik liep achter de kist aan, mét mijn kaars. Deze ging alleen uit en ja dat kan natuurlijk niet. Dus al lopend, probeerde ik het luciferdoosje open te maken om de kaars opnieuw aan te steken. Alleen had ik het doosje verkeerd om, waardoor alle lucifers uit het doosje vielen…Nou ja helaas. Ik kon er zelf stiekem wel om lachen eigenlijk, het zijn ook altijd dezelfde… Achter mij hoorde ik stilletjes gegniffel (de familiespreuk “drink dan niet!” bestond gelukkig nog niet 😉 ). Na een paar mooie woorden van de dominee namen we dan echt afscheid van mijn oma.
De jaren erna heeft het elke jaar rond deze datum gesneeuwd. Toeval? Vast niet! Ik weet wel dat ik elke keer als ik sneeuw zie ik terug moet denken aan mijn oma.
En nu weer. Hier, in het koude Zweden, denk ik “Kijk oma, het heeft gesneeuwd!”