Ik denk dat het weinig mensen is ontgaan, maar afgelopen weekend heb ik met een groep medestudenten de Poolcirkel een bezoekje gebracht. Om precies te zijn het plaatsje Kiruna. Op school hingen al een tijdje posters met een aanbieding voor studenten om een tweedaagse Nothernlights-tour te doen. Omdat dit een unieke ervaring en een echt must is, hebben we een tripje georganiseerd.
Afgelopen donderdagavond zijn we vertrokken vanuit Sundsvall. Het zou een treinreis van 13 uur worden, dus flink vermoeiend. Het eerste stuk werd per bus afgelegd. Geen probleem, we hadden de dikste pret, al vonden de medepassagiers dat iets minder geloof ik. Een hoop ge-sshht, gezucht en gegrom later, kwamen we aan in het dorpje LÃ¥ngsele. Hier moesten we de trein pakken richting Kiruna. Helaas had deze een half uur vertraging, maar dat mocht de pret niet drukken, dus we zijn ijspegels gaan tellen. De temperatuur was tijdens de busrit al gedaald tot -23, dus dat zou wat beloven in Kiruna.
De temperatuur in de bus
Eenmaal in de trein bleken al onze gereserveerde plaatsen al in beslag genomen te zijn door een hele zooi Chinezen en Singaporen. Myrte en ik hebben ons maar gewurmd in een andere stoel. Ik had zo’n éénzitsplek, wat me eigenlijk wel goed bevallen is. Kijk, lekker slapen is anders, maar ik heb aardig wat uurtjes kunnen pakken. Ik werd in ieder geval uitgerust wakker. Dat is maar goed ook, want we hadden een druk programma.
De laatste kilometers naar Kiruna waren geweldig! Zo’n mooi sneeuwlandschap! Dit is dus waar de Kerstman woont! Lucky him! Helemaal mooi omdat er flink wat blauw in de lucht te zien was. Klikkende geluiden van camera’s waren dan ook niet weg te denken.
Het land van de Kerstman
Helaas arriveerden we wel een uur te laat in Kiruna. Na wat kiekjes voor achter, naast, langs in en om het station was het dan tijd om het hotel op te zoeken. Omdat we het adres vergeten waren (ja inderdaad, superhanig…), hebben we het adres gevraagd in de touristinformation. We hebben meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat informatie in te winnen over het Icehotel. Heel makkelijk te bereiken, dus dat kwam mooi uit!
Groepsfoto!
In de tourist information
Als eerste zijn we de bagage wezen droppen in het hotel. Onze mazzel was dat we meteen in konden checken. Eigenlijk kon het pas vanaf 14:00 uur, maar de kamers waren al klaar. Mooie ruime kamers en gratis sauna, het avontuur kon nu al niet meer stuk.
Let vooral even op de leuke rendier-dekentjes
Na een klein half uurtje relaxen op de kamer werd het tijd om te vertrekken. Onderweg werd er een hotdog gehaald en liepen we op ons gemak naar de bus. We keken onze ogen uit naar de hoeveelheid sneeuw en het uitzicht. We keken uit op een gigantisch gebergte, wat een mijn bleek te zijn. Het was goed koud! Gelukkig waren we daar op gekleed. Ik had mijn thermobroek, een joggingbroek en mijn skibroek aan, met daarboven mijn thermoshirt, een vest, nóg een vest en mijn jas. Een soort kolletje met daaromheen mijn sjaal, een muts en twee paar handschoenen over elkaar heen. Ik voelde me aardig een michelin-mannetje (Gelukkig hielp Martijn me regelmatig herinneren dat ik “zo’n poepje” ben).
Het Icehotel was zelf erg indrukwekkend. Een heel hotel van sneeuw en ijs gemaakt. Je kon er ook overnachten, maar dat lieten we maar even voor wat het was. Alle kamers hadden een eigen thema en waren gemaakt door verschillende kunstenaars uit de hele wereld (ook Nederlanders). Blokken ijs waren uitgehakt tot een kunstwerk, er was mooi met licht gespeeld en natuurlijk stonden er bedden. Over de matrassen lag een rendiervel. Het lag niet eens verkeerd, op het feit na dat het best wel koud was. Het lijkt me een hele ervaring om er te slapen, maar ik denk dat ik de kou niet zou overleven.
Koud!
Een greep uit de kamers (klikbaar)
Na het bezoek was het natuurlijk tijd voor een Fika. Even heerlijk opwarmen met een warme chocolademelk. Zonder slagroom, want dat serveren ze hier zonder suiker en dat vind ik dus echt niet lekker. Aan het eind van de middag gingen we terug naar het stadje en sloten we de dag af in de pizzeria. Goed gegeten en daarna terug naar het hotel om de sauna eens uit te proberen. Voor mij was dit een geheel nieuwe ervaring, die zeker voor herhaling vatbaar is! Man, wat is dat lekker! Toen we later weer op de kamer waren en mijn hoofd mijn kussen raakte was ik in één keer vertrokken. Datzelfde gold voor Nynke geloof ik.
Dogsledgetour
Na een hele diepe slaap werden Nynke en ik helaas bruut gewekt door de wekker. Althans, ik werd gewekt door de wekker en Nynke door mij 😉 . Tijd om op te staan, in te pakken, te ontbijten en weg te wezen! We hebben het ontbijtbuffet goed leeggehaald geloof ik. Fruit, groenten, 400 soorten muesli, broodjes, natuurlijk knäckebröd, diverse sapjes, melk en last but not least: wafels! Heerlijk! We wilden ook nog een illegaal lunchpakketje maken, maar helaas werden we te strak in de gaten gehouden. De enge ogen van de mevrouw deed ons ertoe besluiten om maar gewoon braaf te zijn. Om niet te verhongeren hebben we nog maar een extra wafel genomen.
Een hapje wafel voor de liefhebber 🙂 Let ook even op de vorm
Een uur te laat kwam de meneer van de dogsledge ons halen. Aankomen op de ‘place of no return’ werden de honden klaargemaakt en de snowmobiles getankt. We kregen een uitgebreide instructie over de hondensleeën en snowmobiles. We moesten ze zelf besturen! Spannend! Wij begonnen op de snowmobile. Twee mochten er op het gevaarte zelf zitten en de rest zat in een bakje wat erachter hing.
Ik heb er ook echt twee keer op gereden!
Op ongeveer de helft van de tocht werd de snowmobile ingewisseld voor de echte hondenslee! Een avontuur op zich! Er mochten drie personen tegelijk op één slee. Twee zaten op de slee zelf en eentje stond achterop en bediende de rem. Het was zo gek om door vijf honden vooruit getrokken te worden. Wel een ervaring op zich!
Op de hondenslee
De tocht eindigde bij een ijsvlakte. Dit bleek de rivier de Thorne te zijn. Naja, het was een ijsvlakte van, pak ‘m beet, 1 meter dik. De honden moesten van de slee “gekoppeld†worden en aan een lange lijn weer vast gemaakt worden. De voorste hond van elke slee moest even vast gehouden worden. Een lastige klus, want er zaten een paar flinke wilde tussen. En je raad het natuurlijk al, ik was ook de sjaak… Henrik, de baas van het geheel geloof ik, duldde geen gemaar en voor ik het wist had ik een hond vast. Nou er zijn dingen waar je me blijer mee maakt. Het beestje zat nog vol energie en trok me heen en weer. Ik was blij toen Henrik ‘m van mij overnam.
Ik met een echte slee-hond
Toen alle honden vast zaten sprong Henrik op zijn snowmobile en ging er vandoor. En toen stonden we daar. Wat nu? Was de vraag die op de meeste gezichten af te lezen viel. Gelukkig kwam hij na een korte tijd weer terug. Hij bleek even het ijs gecontroleerd te hebben. Hij zou ons voor gaan en wij moesten dezelfde route lopen. De sporen van de snowmobile volgen. Nou prima. Ondanks dat het ijs 1 meter dik was, vond ik het maar eng kraken. Zo erg dat ik wat versneld ben gaan lopen.
Wachten tot we naar het kamp gaan
Aangekomen in het kamp kwamen al mijn scouting zomerkampen nog eens voorbij! Dezelfde hutjes, dezelfde sfeer, dezelfde rommel en vooral hetzelfde gevoel. Ik vond het meteen al leuk! We waren met een grote groep. Voornamelijk mensen uit Singapore. Daarnaast nog wat Fransen en wij dus. Er werden groepen gemaakt en die werden verdeeld over de diverse hutjes. En wat is nou het leuke van het geheel? Wij mochten in de traditionele Lappish Hut! Een hut gemaakt van hout en turf. Hoe leuk is dat?! Het was wel een beetje rommelig en vies, maar omdat ik mijn scoutinggevoel had, had ik daar totaal geen problemen mee.
Onze hut
De “huiskamer”
De “slaapkamers”
Na het installeren van de spullen was ons de taak van het hout ‘sprokkelen’ opgedragen. Dat sprokkelen viel wel mee, want we konden voor gezaagd hout uit een hut halen. We moesten er alleen nog bruikbare stukken van zagen en hakken. Waarom hout? Onze hutten werden verwarmd door middel van een stoof. Een open haartje in het hutje. Ook helemaal scouting, dus ik was helemaal in mijn sas. En omdat ik ooit een insigne in hakken en zagen heb gehaald, kon ik mooi even testen hoeveel kennis er nog wat blijven hangen. Ik moet zeggen, het zagen ging me goed af. Het hakken wat minder. De bijlen waren te zwaar en de blokken hout te dik. Toch is het gelukt en we hadden een mooie berg hout voor de komende nacht.
Hoppatee!
Als lunch kregen we een barbecue! Binnen, welteverstaan. In het BBQ-hutje. Het vuur stond mooi hoog en we kregen worstjes (eigenlijk was het een soort smack…), aardappelpuree, een soort aardappelsalade (helaas niet zo lekker), witte bonen in tomatensaus en natuurlijk jam! In Zweden gooien ze namelijk overal jam op. En eerlijk is eerlijk, dat is eigenlijk best wel lekker! Wij aten gezamenlijk met een Franse familie. Niet heel spraakzaam, maar ze moesten wel een beetje lachen om ons. Eigenlijk was het heel gezellig!
Het BBQ-hutje
Na het eten was het dan eindelijk speelkwartier. Terwijl Myrte, Ineke, Martijn en Martina water uit de rivier haalden, onder begeleiding van Johan, de kampleider, deden Annelies, Lisette, Nynke en ik ons te goed aan de sleeën die we gevonden hadden. En mijn god, wat heb ik gelachen! De 10 jarige Wendy kwam weer naar boven. Het deed me denken aan een weekje Ardennen met mijn ouders en broertje (lang, lang geleden). Daar lag minstens zoveel sneeuw en achter het huisje was een soort ‘slee-piste’ waar we elke dag minstens 400 keer van af konden. Daar heb ik de kunst van het sleeën geleerd. Ik zoefde met gemak naar beneden! Zittend, op mijn buik, met z’n tweeën op elkaar. Ik was het niet verleerd. Geweldig! Ik heb er wel veel spierpijn aan over gehouden.
Wiieee ik ben het nog niet verleerd!
Aan het einde van de middag werd iedereen een beetje koud. We besloten in het hutje te gaan zitten en te kaarten. Diverse snaaisels kwamen op tafel en er werd ge-ezel-d alsof ons leven er vanaf hing (voor mijn ouders: ezelen is hetzelfde als mijn verzonnen “lepelen”). Dit was ik echter wél verleerd en ik kreeg ook de nodige meppen naar mijn hoofd.
Op een gegeven moment stapt er een één of ander raar figuur onze hut binnen. Hij begint aan de manden hout te zitten en heeft alleen maar commentaar. Het hout was te klein, het vuur te zacht en de hut te koud. Hij hield ons met het hout sorteren en stak het vuur flink op. Terwijl hij dit deed kwamen de mooiste verhalen naar voren. Wederom een scoutingmoment. Hij vertelde over het Noorderlicht en hoe dit in verband stond met de liefde (Quote van de weblog van Annelies: “You can’t force love, as you can’t force the Northern light”). Over andere groepen, met onder andere Nederlanders. Over zijn leven in het kamp. Een geweldige vent! Hij heet Stig (spreek uit als stiek). Een echte Sami (het Zweedse “Eskimo-volk”). Hij had vooral een zwak voor onze Martina, een Bulgaarse exchange-student.
’s Avonds tegen tienen kregen we eindelijk een avondmaal geserveerd. Een heerlijke pasta met groenten en, hoe kan het ook anders, rendiervlees. Echt zeer smakelijk. Ik ben wel fan van rendiervlees geworden. Het is niet zo vet en echt vol van smaak. Na het eten bleven we een beetje in de keuken hangen. De Fransen speelden wat kaartspelletjes en ik had mijn oog laten vallen op een gitaar. Ik pakte deze en na een paar keer pingelen, ik was nog maar bij het stemmen, was de hele keuken stil. Vol verwachting keek iedereen mij aan. Een beetje ongemakkelijk sloeg ik het eerste akkoord aan. Gelukkig, het viel in de smaak en ik heb toch zeker een uur was nummertjes, of in ieder geval stukjes ervan, gespeeld.
Toen was het moment daar. Wij hadden de hoop al opgegeven, in verband met de heftige bewolking, maar een Chinees kwam de keuken in gerend met de mededeling dat het Noorderlicht te zien was. Wij massaal allemaal naar buiten en inderdaad, in het gat van de bewolking zagen we een groen-blauwe vlek. Ook een soort wolk. Het was niet zo sterk, maar het was er toch echt! We liepen naar de ijsvlakte om het beter te kunnen zien. Helaas trok het vrij snel alweer dicht, waardoor de groen-blauwe vlek ook weer verdween. Maar, we hebben het gezien!
Terwijl Nynke, Myrte en Martina de Fransen nog vergezelden in de sauna, dook ik lekker mijn bedje in. Het was een lange, indrukwekkende dag.
Puur Zweden
Om zeven uur de volgende ochtend werd ik gewekt door Stig. Dat was niet zijn bedoeling, maar subtiel binnenkomen is iets wat hij niet kent, denk ik. Hij vond dat ons vuur te laag was en gooide de stoof nog maar eens even flink vol. Gevolg: een uitgerookt bloedheet hutje. De nacht had ik ook al in de rook doorgebracht, wat goed op mijn keel, en die van anderen, was geslagen. Ik heb het nog een uur volgehouden en toen ben ik maar opgestaan. Het voordeel van zo vroeg opstaan was, dat ik op mijn gemak foto’s kon maken van het kamp, zonder dat er heel Signapore in de weg liepen.
Een paar uur later was iedereen wel op en hebben we gezamenlijk ontbeten. De groep splitsten zicht op. Een deel ging een wandeling maken en het andere deel wilde gaan langlaufen en bleef achter. Ik ging mee met de wandeling. Dit bleek een echte hike te zijn, want we gingen de pure wildernis in. Ik heb het geweten. Ik was meer bezig mezelf uit de sneeuw te hijsen dan dat ik de omgeving kon bekijken. Maar het was het wel waard. De momenten dat ik wel overeind kon blijven waren geweldig. Wat een prachtige omgeving! Wit, wit en nog eens wit! We gingen de rivier volgen en liepen uiteindelijk nog een stuk het bos in. We zijn allemaal wel een paar keer gevallen en tot boven onze knieën in de sneeuw gezakt. Een mooi gezicht! Ik heb heel veel foto’s gemaakt. Een kleine selectie hieronder.
Okee, dit is gespeeld, maar het gebeurde echt!
Na de lunch was het dan echt tijd om weer richting de bewoonde wereld te vertrekken. We moesten tenslotte de trein van 17:35 weer halen! Opnieuw op de hondensleeën en snowmobiles weer terug. Nynke had de smaak te pakken. Ze racete als een gek, waardoor het als achterban leek alsof we in een achtbaan zaten. Hilarisch, maar ook best wel eng soms. Het voordeel was wel dat we binnen no-time weer terug bij het beginpunt waren.
We werden opgehaald door Stig, die ons nog even een toeristische route liet zien met de auto. Ik heb een echte wilde Moose gezien! Wow! Wat zijn die beesten groot. We mochten de auto niet verlaten, omdat het best gevaarlijke beesten zijn. Helaas kon ik er geen foto van maken. Indrukwekkend was het wel. Nog zo’n avontuur was, toen Stig geen zin had om om te rijden en besloot een shortcut te nemen. Hij sloeg plotseling en weg in en reed over een meer heen! Bevroren uiteraard! Dat is gek! Dat doen ze hier in Zweden wel vaker. Zodra het winter is, worden er speciale “wegen†over meren gevormd.
Echte Moose, gefotografeerd door Myrte
Helaas had de shortcut geen zin, want we stuitten op een ongeluk. Een ambulance, brandweer- en politiewagen waren druk bezig de weg vrij te maken, want er waren twee voertuigen tegen elkaar opgeknald. De schade was aanzienlijk. Toen we er, na een kleine 20 minuten, langreden bleek dat het ging om een taxi en een snowmobile. De snowmobile was door midden en de taxi mistte zijn voorkant. Wederom indrukwekkend, maar dit keer op een negatieve manier.
Een halve taxi met een stukje snowmobile…
Stig reed via de supermarkt, zodat wij ons avondeten en snaaisels voor in de trein konden halen. Vervolgens zette hij ons mooi om vijf uur af op station Kiruna. Als afscheid namen we nog een fotootje, bedankten we Stig voor zijn mooie verhalen en tour door de wildernis en begonnen we onze lange reis terug naar Sundsvall.
Een laatste groepsfoto voor vertrek
We zaten dit keer gezellig met zijn allen bij elkaar. Iedereen was zo moe dat we massaal de eerste uurtjes geslapen hebben. Rond een uurtje of negen besloten we wat te gaan borrelen in de “borrel-wagonâ€. Dit werd onverwacht erg gezellig en we hebben net zo lang gezeten tot we eruit geveegd werden. Toen was het toch echt tijd om een poging tot slapen te doen. We moesten om 4 uur namelijk overstappen in een minidorpje. Vanmorgen om half 8 reden we station Sundsvall binnen en om kwart over tien zat ik in mijn introductielecture voor Graphic Design. Kijk, als ik dan geen bikkel ben, dan weet ik het ook niet meer!
Serie 3 van de foto’s is geheel gewijd aan dit prachtige weekend!