Hier is ‘ie dan! De laatste blogpost uit Vietnam! En helaas de foto’s laten even op zich wachten, maar dat is vanaf deze computers gewoon niet te doen… Zodra ik thuis weer wat gesettled ben, zal ik de missende foto’s er tussen plaatsen! Voor nu het laatste verhaal van onze belevenissen!
De derde dag Ho Chi Minh was echt wel een van de warmste. We hebben lekker een beetje uitgeslapen en een rustige dag gepland. We zouden het laatste deel van de Walking Tour doen en kijken of we district 5 konden bekijken.
Het slot van de Walking Tour leidde naar een cafeetje met het lekkerste (geïmporteerde) ijs van Vietnam. Dit was wel aan ons besteed en we hebben er eigenlijk veel te lang doorgebracht. We zaten ook zo lekker in de schaduw en het was te heet om iets te ondernemen.
Na lang twijfelen besloten we toch naar district 5 te gaan. Om te voorkomen dat we compleet bezweet en uitgedroogd daar aan zouden komen gingen we het grote avontuur van de bus eens proberen. Een mooie test want er willen ook met de bus naar het vliegveld (scheelt 160.000 dong… wat neerkomt op zo’n 5 euro!). Na lang zoeken vonden we de juiste bus en we stapten op. Dat gaat eigenlijk best gemakkelijk. Je koopt je kaartje in de bus bij een speciale meneer. Dit kostte ons 4000 dong per persoon (een giller, dat is ongeveer 0,25 cent haha). Een bus met airco dus het was goed uit te houden. Wel was het moeilijk zien waar we er precies uit moesten, want het busverkeer is al net zo helder als de taal, maar uiteindelijk is het gelukt!
China Town was echt een compleet ander stukje Ho Chi Minh. Een compleet ander stukje Vietnam. De architectuur was er anders, men sprak ook meestal Chinees in plaats van Vietnamees (denk ik, want ik spreek geen van beide talen en het klonk echt heel anders). Erg grappig om te zien. Ook leuk er waren hier weinig toeristen te bekennen, dus het kwam er op neer dat wij de sightseeing waren. Zagen we het eens van de anderen kant.
Ik heb jets aan de kaart overgelaten, gewoon om de algehele stemming (mijn algehele stemming, pardon…) positief te houden. Ik moet zeggen dit werkte wel goed. Zij zocht en ik sjokte erop mijn gemak achteraan, ondertussen mijn ogen uitkijkend naar al het bijzonders in de buurt.
De lunch hadden we een soort van overgeslagen, dus besloten we, na een aantal tempels bekeken te hebben, bij tijds een hapje te gaan eten. Ik had zin in rijst met kip en Jets nam heel avontuurlijk een stew met duck. Toen het geserveerd werd trok Jets even wit weg. Dapper als ze is heeft ze toch een hap genomen en het bleek belachelijk lekker te zijn (ja, stiekem had ik wel spijt dat ik niet hetzelfde heb genomen). Mijn rijst met kip was overigens ook erg lekker. Veel lekkerder dan ik had verwacht. Ik ben niet zo’n kluivert, maar deze kippenbout was echt heel lekker!
Met goed gevulde maagjes vertrokken we naar het Windsor Plaza. Een veel te sjieke bedoening voor ons, maar in Jets haar boekje stond dat het uitzicht op de bovenste verdieping absoluut een must was om te zien. We voelde ons wat underdressed en werden ook wel behoorlijk apart aangekeken, maar dat interesseerde ons niets, op naar verdieping 25. En inderdaad, het uitzicht was adembenemend. Met een heerlijk, zelfs voor Vietnamese begrippen duur, vruchtensapje genoten we van de koelte, het uitzicht en de decadentie die er in het gebouw heerste.
Na wat foto’s geschoten te hebben was het tijd om de bus richting District 1 weer te pakken. Na ruim 20 minuten wachten kwamen we erachter dat de bus helemaal niet meer rijdt na 18:15. Fijn, hebben wij weer… Toch maar gaan lopen en eigenlijk viel de afstand best wel mee.
De volgende morgen was het weer vroeg dag, want we zouden vertrekken naar Phu Quoc! Eén van de tropishe eilanden van Vietnam! Ondanks onze goed ervaring met de bus, hadden we erg weinig vertrouwen in de bus naar het vliegveld. We wilden tenslotte niet ons vliegtuig naar het paradijs missen. We vroegen het hotel om een taxi voor ons te regelen, zodat we wat relaxter op pad zouden gaan. In plaats van 45 minuten, wat ons verteld was, stonden we met een kwartier op het vliegveld van Ho Chi Minh. Veel te vroeg natuurlijk, maar dat is beter dan veel te laat. De temperatuur was al erg hoog, dus dat beloofde al veel goeds voor het eiland.
Na een wiebelige vlucht (klein toestel en veel turbulentie) landden we dan op Phu Quoc. De piloot vertelde dat het 27 graden was, nou ammehoela, het was minstens 30+ (en dat met een ‘fris’ zeebriesje). Na lang twijfelen besloten we toch een brommertje naar het resort te pakken. Slechts 20.000 dong (0,75 cent) de man, dus dat viel mee.
Onze kamer had een mooi uitzicht op zee. Tenminste als je de huisjes ervoor niet mee zou rekenen. Doe je dat wel, dan hebben we uitzicht op de tuin. Ook niets mis mee, want het strand lag nog op 30 seconde lopen van ons huisje. We hebben het er meteen van genomen. Spullen in de kamer gelegd, geluncht en met onze gat op het strand. Heerlijk! De zee is echt blauw! En het water is superhelder. Je ziet de kleine visjes om je heen zwemmen.
‘s Avonds gingen we ergens eten en een kijkje nemen op de nightmarket. We namen weer lekker een cheeseburger met friet, want daar hadden we even zin in na al die noodles en rijst. Later bleek dat we op de nightmarket ook heel leuk hadden kunnen eten, dus dat bewaarden we voor de andere dagen. Ik heb mezelf voorzien van een nieuwe zonnebril en na een heen en weertje zijn we weer terug gegaan naar het resort. Daar zouden we nog een klein drankje nuttigen voor het slapen gaan. Dat kleine drankje mondde uiteindelijk uit in drie cocktails, want ineens werd onze bar gevonden door nog meer Nederlanders, Amerikanen en Australiërs en werd het echt super gezellig. Het stappen sloegen we over, want voor ons zou de wekker weer op tijd gaan omdat we een boottocht hadden geboekt.
Om half 9 de volgende ochtend werden we opgehaald voor het tripje. In een klein busje werden we naar de haven gereden in het zuiden van Phu Quoc. Halverwege werd er een kleine stop gemaakt bij een Parelboer. Hier werden allerlei sieraden gemaakt van parels die ze uit de zee hebben gehaald. Op zich indrukwekkend om te zien, maar die glitter van parels zegt me niet zoveel. Misschien ben ik te nuchter voor al die BlingBling. Na 20 minuten vervolgden we onze reis en belandden we op een soort zandweg met grote brokken steen… Later verbeterde dat wel, op z’n Vietnamees dan. Ook spannend, we reden een brug over. Dat op zich is niet spannend, maar de soort brug wel… Het had mij niets verbaasd als we met bus en al het riviertje in zouden storten. Ik type dit nu, dus dat is niet gebeurd!
De boottocht was heerlijk! Veel schommelen, wat maar weer bewees dat ik nog steeds geen echte zeebenen heb, dus ik liet me lekker op een bankje ploffen en genoot van de koele zeewind.
We maakten een aantal stops. De eerste was in een mooie baai waar we gingen vissen. Dit deden we omdat het water volgens de bemanning nog te koud was (huh, het was nu al 34 graden op het land… Maar okee). Het visgeluk stond niet aan onze zijde, want na 30x het haakje met aas in het water gegooid te hebben, 20 minuten gewacht te hebben en toegezien hebben hoe anderen wel visjes vingen, stond de stand al gauw 10-0 in ons nadeel. Nee vissen is niet aan mij besteed. Het vergt geduld en ik ben helaas niet gezegend met die gave 🙂
De tweede stop was onze eerste call om te gaan snorkelen. Spulletjes verzameld en het water in! Daar gebeurde iets heel stoms… Ik werd zo bang voor al dat koraal… Een beetje het gevoel van ‘monster onder je bed’ van vroeger. Ik besloot maar even bij de boot te blijven hangen en vooral niet met m’n duikbril onder water te kijken. Het water was namelijk wel erg lekker. Stiekem was ik wel weer blij dat ik op de boot zat… Heel erg jammer.
De derde stop was opnieuw een snorkel-moment. Ik wilde me niet laten kennen, dus ik ging opnieuw het water in, met duikbril en al. Ik bleef bij jets in de buurt, alsof ik haar handje nodig had ofzo. Het hielp wel, want het angstige bleef uit en ik kon zelfs genieten van de visjes die te zien waren (voornamelijk zebravisjes). Dit beviel me veel beter. We werden zelfs als een van de laatste uit het water geroepen voor de lunch.
De lunch bestond uit voornamelijk zeevoedsel met rijst en noodles. Weer erg goed klaargemaakt. Als voorafje konden we iets speciaals proberen, namelijk zee-egel. In zee liggen die in het koraal met hele grote zwarte spikes (een van de redenen waarom ik dat koraal zo eng vond). Ik moet eerlijk zeggen dat het er niet heel smakelijk uitzag, maar ik vond niet dat ik het hier kon vertellen over zee-egels zonder te kunnen vertellen hoe dat smaakte. Het was echt een hapje, want het is vooral veel stekel en lucht (de stekels zijn er wel van te voren afgeknipt, deze kunnen giftig zijn). Het smaakte wat zoutig. Een oestertje, maar dan zonder het slijmerige ingrediënt. Best aardig moet ik zeggen. Er stond ook een bakje met een soort risotto met zee-egel. Nog smakelijker. Zee-egels zijn trouwens niet die witte rond ballen die we wel eens op het strand van Terschelling vinden (voor de kenners onder ons). Dat is weer iets anders, maar wat precies, dat kon ik door dat Vietnamese Engels niet verstaan…
De een na laatste stop was aan de andere kant van het vorige eilad. Hier zouden de mooiste koraalriffen zich bevinden, alsdus de bemanningsleden. Inderdaad was dit prachtig, maar lang heb ik er niet van kunnen genieten, want na 5 minuten zag ik en kwalletje voorbij zweven. En daar heb ik dus echt een hekel aan en ik wilde er ook meteen uit. Zonder aarzelen ben ik terug geflipperd naar de boot, de rindzwevende kwalletjes trotserend (stiekem met een klein beetje paniek, ben inderdaad niet zo’n held op kwallengebied). Uiteindelijk heb ik de boot zonder beten kunnen beklimmen. Jets heeft haar gevecht helaas verloren. Zij zwom recht een kudde van die kwalletjes in en werd ook meteen geprikt. Gelukkig niet ernstig. Op de boot genoot ik nog even van het visjes voeren. De overgebleven rijst werd gevoerd aan de school zebravisjes die naast de boot zwom. Een heel leuk gezicht.
Na even heerlijk gevaren te hebben, meerden we na ongeveer drie kwartier weer aan. Met de bus werden we naar onze laatste stop van het tourtje gebracht. Dit maal een puur wit strand met palmen en een bijna baby blauwe zee. Echt zoals je ze alleen maar in de bounty reclame ziet. Prachtig gewoon (de vele rommel hebben we gewoon genegeerd).
Nadat er waren afgezet bij het hotel, hadden gedouched, ontdekt dat we heel erg verbrand waren (zonnebrand van de Action… Niet doen!) en omgekleed waren, zijn we de nightmarket maar weer eens met een bezoekje gaan verblijden om wat te eten. Aan restaurantjes geen gebrek en bij de ene was je nog meer welkom dan bij de ander. Van onze twee voorkeuren zijn we er bij eentje gaan zitten. Lekker gegeten, ik kan niet anders zeggen. En romantisch ook, want op een gegeven moment viel alle stroom uit. Niet handig voor alle koelers en andere stroombehoefende apparaten natuurlijk, maar het gaf wel een bijzonder sfeertje.
Na het eten zijn we een toetje gaan halen bij een ijstent in het dorpje. Onder het genot van een ijsje een kijkje op het wereldwijde web genomen en toen maar weer vertrokken. En natuurlijk is het niets voor mij om langer dan een dag met een zonnebril te doen, dus besloot iets in mij dat deze hoog nodig op de grond moest vallen en daarbij moest sneuvelen… Beetje jammer weer…
De volgende dag was het thema ‘op je luie reet’ want er hebben twee stoelen op het strand gestrikt en zijn lekker de hele dag wezen chillen. We besloten de zon maar even op een laag pitje te zetten en lekker onder de parasol te blijven zitten. Toch ben ik nog een klein beetje meer verbrand, alleen aan de rechterkant, terwijl ik toch echt de zon heb gemeden…
Na een heerlijk luie relaxte dag hebben we op de nightmarket lekker gegeten bij het andere voorkeurstentje. Wederom heel lekker eten en ik heb mezelf nog maar eens getrakteerd op een nieuwe zonnebril, je moet wat met je geld…en voor een lousy 6 dollar kon ik het niet laten. Hetzelfde montuurtje, ander winkeltje. Na weer afgesloten te hebben met een ijsje zijn we lekker ons bedje ingedoken. ‘s Nachts werden we nog opgeschrikt door een harde knal. Onze ventilator besloot voor zichzelf te gaan beginnen en vloog alle kanten op…. We werden dus gedwongen om in de klamme hitte verder te slapen.
De volgende dag vlogen we pas halverwege de middag terug naar het vaste land, dus we namen het er nog maar even van. De laatste zonnestralen pakken en toen mochten (moesten…) we alweer terug. Terug naar een bewolkt Ho Chi Minh. Dat maakt het wel makkelijker overigens.
Voor onze laatste hele dag wilden we nog een tripje maken. We besloten de Cu Chi tunnels te gaan bekijken. Deze werden gemaakt en gebruikt door het Vietnamese volk uit Cu Chi om zichzelf te beschermen gedurende de oorlog (en de Amerikanen te boobytrappen).
Onze trip begon met een bezoek aan de tempel van Cao Dai. Een religie die je kunt zien als een verzameling van alle religies. Uniek in de wereld. De belangrijste religies hierin zijn het Boedisme, een Chinese godsdienst en het Christendom, maar je vindt ook invloeden van bijvoorbeeld de Islam. Elke belangrijkste godsdienst is aangeduid in de kleuren geel (Boedisme) rood (Chinese religie) en blauw (Christendom). De tempel (en ook de rest van het dorpje) zagen er zeer fleurig en eigenlijk als nieuw uit. Heel haaks op Ho Chi Minh City (en ook de rest van Vietnam eigenlijk). De mannen en vrouwen hadden hun eigen opgang en wij als toerist werden nog even in verwarring gebracht, want die mochten, ongeacht het geslacht, alleen door de mannenkant naar binnen. Nou voor je dat uit die gebaren en roepjes begrijpt… Maar goed het is gelukt. We mochten het middag gebed bijwonen. Erg bijzonder. Allemaal vrouwen en mannen in witte gewaden en in het midden een aantal mannen met gele, rode en blauwe pakken aan. Het gebed begon met een zang, begeleid door muziek. De melodie stond me erg aan. Ik hoorde een beetje een kruising tussen Aziatische en Jiddische muziek (klezmer). Het echte gebed hebben we niet meegemaakt, want toen moesten we helaas alweer in de bus zitten. Dit was echt de mooiste tempel die ik in Vietnam gezien heb. Echt een eigen stijl met prachtige kleuren en vormen. De filosofie van de religie sprak me ook wel aan. Humanistisch (zeg je dat zo?), liefde en vrijheid. Daar draait het om. Een mooie gedachte.
Na de tempel was het dan tijd voor de Cu Chi tunnels. De rondleiding begon met een documentaire over het gebied en (invloeden van) de oorlog. Erg apart was het feit dat ze in de documentaire naar voren lieten komen wat voor een geweldige en feestelijke tijd het was (en hoe graag de bevolking de held uit wilde hangen tijdens deze dramatische tijd). Terwijl er, volgens mij, echt helemaal niets feestelijks was aan de oorlog.
Na de documentaire maakten we kennis met de verschillende soorten kelders en vallen. Indrukwekkend om te zien dat dit volk zo slim was. Op allerlei manieren wisten ze de Amerikanen flink op hun neus te laten kijken. Met de nodige verwondingen daarbij. Ziek in de geest ben je als je dat soort vallen verzint. Alles om te overleven, dacht ik maar.
Na nog wat in scène gezette beelden over de Vietnam oorlog in de dat gebied was het tijd om zelf eens te ervaren hoe het was in die tijd. We werden in de gelegenheid gesteld zelf een machinegeweer vast te houden en wat schoten te lossen. Superspannend en ik kan je vertellen, de knallen wennen niet en elk schot is weer even spannend. Ik stond te trillen op m’n benen na mijn vijf kogels (jets en ik hebben 10 kogels gedeeld, aangezien ze vrij prijzig waren).
Nadat we een beetje bij waren gekomen van al dat oorlogsgeweld, zouden we dan echt de tunnels ingaan. Er zou een gids mee gaan die ons er doorheen zou leiden. Het eerste gat was groot gemaakt, wat de mensen moed gaf om verder te kruipen. Ik ging jets voor, zodat zij een leuke foto zou maken. De afspraak was eenmaal erin, dan kon je niet meer terug en moest je minimaal tot de eerste uitgang (20 meter verder) lopen, of eigenlijk kruipen, want van lopen was sprake meer. Zodra ik wil aanzetten om te beginnen, krijg ik een paniekerig gevoel over me heen en krijg het koud en wordt helemaal duizelig. Voor ik goed en wel aan dat avontuur zou beginnen,heb ik ‘m weer gestaakt. Gelukkig was dit mogelijk, want we waren nog helemaal vooraan. Zou dit nou zijn wat ze noemen claustrofobie? De angst voor kleine ruimtes? Vast, want ik wist niet hoe gauw ik weer naar boven moest komen. Even bijkomen, ademhalen en vooral balen dat ik het niet eens 20 meter vol kon houden. Toch had ik geen spijt van mijn terugtrekking. Ik voelde wel dat ik behoorlijk een grens heb opgezocht die ik nog niet eerder kende van mezelf. Dat klinkt heel dramatisch, maar ik kan het niet anders omschrijven. Jets was wel dapper genoeg en heeft zo’n 50 van de 100 meter tunnel afgelegd, terwijl ze geen idee had van het hoe en wat in de tunnel. Dat die vietnamezen daarin konden lopen. Blijkbaar ga je echt heel ver, wanneer het draait om leven of dood. En dan te bedenken dat deze tunnels vergroot zijn voor de toeristen!
De hele rit terug heb ik voor de helft aan de tunnels gedacht en voor de helft een gesprek afgeluisterd naast mij. Naja, voor zover mijn Zweedse kennis ging dan. Ik herkende veel woorden van de Zweedse meisjes, maar de strekking van het verhaal is me compleet ontgaan.
‘s Avonds tijdens het eten hebben we hele reis nog eens uitvoerig besproken. Het is zo snel gegaan! En ook hebben we het gevoel dat we hier al veel langer zitten dan 3,5 week…
Vandaag hebben we nog even de laatste shopjes gedaan 🙂 We wilden wat lekkere kruiden en sausjes hebben voor thuis en dus zijn we een supermarkt op gaan zoeken. Nou wat een avontuur op zich was dat! Het was er stervens druk (AH op de dag voor kerst stelt echt geen reet voor!). Overal liepen Vietnamesen door elkaar. Boodschappen doen of werken, je kon ze door de drukte maar moeilijk uit elkaar houden. Ongelooflijk! Uiteindelijk nadat we uitgeshopt waren zijn we even rustig gaan chillen in het hotel.
Vanavond dus weer naar huis… Weer zo lang in het vliegtuig. We hebben alvast ingecheckt en zo goed mogelijke plekken uitgezocht. We hebben in ieder geval één plek net als vorige keer en eentje aan het gangpad. Kunnen we in ieder geval allebei onze benen strekken tijdens de lange vlucht. We vliegen 12 uur over een stukje van 6 uur. Ik vind het maar een gek iets, die tijdzones!
Morgenochtend om 6.20u Nederlandse tijd zet ik weer voet op vaderlandse bodem. Tot dan!